Geschiedenis



Onderstaande tekst komt uit het boek “ In ghen hoven”. Boerderijen in de gemeente Hunsel, geschreven door Theo Nevels.

BOCHELER, BOGGELER
 
Rond 1550 is er in de archieven al sprake van Elssen van Bockel. In 1557, 27 april, is gerichtelijk helder geworden van enkele stukken grond, splijtelingen van Dyckergoet, Marten van Cleynen Boockel, als momber van Gys van den Eynden (Injer), een zoon van Peter van den Eynden en kleinzoon van Gys van den Eynden (sr.).
Hier wordt genoemd: Cleynen Bookel, dat bekent dat er nog een hoeve Boockel heeft gelegen. Waarschijnlijk is dat het latere Niesse geweest.
Omstreeks 1660. Peter van Bocholt betaalde van ½ bonre 1/2 alde groot.
Verder nog Joosten van Bochelt. Het is duidelijk dat de naam Bocheler afgeleid is van deze bewoners.
Schepenbank Kessenich, folio 37, inv. nr. 18: Voor scholtis en schepenen van Hunsel verscheen 12 februari 1676 Theodorus Weustingh, als momber van de kinderen van wijlen Johan Mathias Weustingh en diens echtgenote Anna Gertruda Heister, die een stuk grond verkocht aan Petrus Versiers, pastoor-deken te Neer, vertegenwoordigd.
Auteur Theo Nevels.door de edele heer Hans Diederich Roest van Ensenbroeck. Dit om Bochelerhoof te betalen, die vernaderd is tot behoef van de kinderen. Als onderpand voor een goede gicht stellen ze Bochelerhoof  van de kinderen en Schreursgoed onder Thorn, de verkopers toebehorende.
Schepenbank Kessenich folio 59, inv. nr. 18, 7 Augustus 1677: De erfgenamen van wijlen Carel Croll tonen een akte waarin aan Carolus Croll x Catharina Bormans wordt verkocht 1/3 der tienden van Haler. De andere delen zijn al in zijn bezit. Daarenboven de tienden van 2 bunder langs Lochterschuur, toebehorend aan de erfgenamen van Gerit en Jan Gerits, voor 225 rijksdaalder. Bestemd ter afkwijting van 1500 gld. voor een beurs, gesticht, geaffecteerd op de hof Groot-Bocquel onder Thorn, (dat deel van Haler hoorde onder Thorn), staande tot last van de onmondigen..
In 1853 woont op Boggeler Hendrik Schreurs (zeven kinderen, waarvan vijf onder de 7 jaar).
In 1860 woont er Hendrik Peeters x Elisabeth Merten, die dan vertrekken naar Vooster.
In 1872 wonen er Willem Haffers en Maria Berben, die in 1877 verhuizen naar Nunemer. Dan volgen in 1877 Peter Smolenaers x Anna Maria Pleunis. Een van de zonen blijft op Boggeler tot 1911.
Theodoor Knippenberg, die eerst op Ideëmes en daarna op Castert woonde, koopt in 1911 Boggeler. In 1924 wordt er een nieuwe boerderij gebouwd. Thans is het bedrijf al jaren gesaneerd.
Lei Knippenberg, de zoon van Boggelder Door, heeft er gewoond tot 2001.
In 2003 is de boerderij met +/- 1 ha. grond verkocht aan de familie Kremers-Rumen.